Land
van Maas en Waal
De familie van Beek die woonde aan de Zandstraat in het huidige Beneden Leeuwen zal hun huis door door het kolkende water dat door het gat in de dijk stroomde verloren gaan. ze vluchtten op het dak van een nabije gelegen schuurtje. Toen dit schuurtje door ijsschotsen instortte ging het dak drijven op het kolkende water. Wat later brak het doormidden en verdronk een gedeelte van de familie. Met uitzondering van het achtjarige dochtertje Johanna kwam uiteindelijk de hele familie van Beek om in het ijskoude water. Johanna, die het geluk had dat ze over de dikke jas van haar vader beschikte, dreef zes dagen rond voordat ze, geheel verzwakt, in het vijf kilometer verderop gelegen dorpje Puiflijk bij toeval opgemerkt werd door een man in een bootje. Een herdenkingssteen herinnert nog aan de wonderbaarlijke redding van dit meisje. De steen in het in in het 1863 herbouwde huis van Johanna van Beek. De tekst op de steen: HIER WERDEN DEN 1 FEBRUARI 1861 HUN EENIG OVERGEBLEVEN KIND Het huis bestaat niet meer. De steen
is in de erfafscheiding van Zandstraat 26A, Beneden Leeuwen, gemetseld Koning Willem III was zeer begaan met de slachtoffers van de watersnood en bezocht , met zijn broer Hendrik, de plaats van de doorbraak en andere plaatsen in het Land van Maas en Waal.. Ter herinnering hieraan is op de Dijk in Beneden Leeuwen, op de plaats van de doorbraak, een monument geplaatst. Ten tijde van de watersnood was er overigens nog geen sprake van Boven- en Beneden Leeuwen. Het dorp was nog niet gesplist en lag als een lang lint tussen Druten in Wamel. De splitsing in Boven- en Beneden Leeuwen vond plaats in 1900 toen de bewoners van het Benedeneind van Leeuwen zelf een kerk stichtten omdat ze vonden dat de gemeenschappelijke kerk te ver weg lag. MaasWaalWeb, 1 februari 2011
|